Jaarlijkse budgetten wijzigen beperkt
Een belangrijke factor voor de financiële positie vormt altijd de ontwikkeling van de Algemene uitkering. De Meicirculaire 2022 gaf verhoging van het rijksbudget te zien voor Bronckhorst. Zo wordt bijvoorbeeld voor Jeugdzorg veel meer ontvangen dan in het verleden (€ 1,9 mln). We veronderstellen geen stijging aan de kostenkant, omdat we zelf al reële cijfers hanteerden (die meer geld vroegen dan we kregen). Zo volgt vanuit de Algemene uitkering de noodzakelijke ruimte voor een structureel sluitende begroting en voor het realiseren van ons collegeprograma wat uw raad in december 2022 bespreekt.
In onderstaand overzicht staan de wijzigingen in budgetten na de Perspectiefnota 2023-2026:
Autonome aanpassingen 2023-2026 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Indexering uitgaven | -141 | -125 | -125 | -125 |
Indexering inkomsten | 341 | 318 | 318 | 318 |
Salarissen | -815 | -795 | -795 | -795 |
Actualisatie indexatie | -615 | -601 | -601 | -601 |
Extra ruimte Algemene uitkering Meicirculaire 2022 | 5.819 | 9.399 | 10.916 | 4.790 |
Vrije middelen Algemene uitkering voor indexatie | -1.112 | -1.112 | -1.114 | -1.114 |
Vrije middelen Algemene uitkering Maartbrief in Perspectiefnota | -2.320 | -3.585 | -4.171 | -1.430 |
Vrije middelen Algemene uitkering boven Maartbrief | 2.387 | 4.702 | 5.631 | 2.246 |
Investeringsplan | 505 | 31 | 22 | 4 |
Investeringsagenda | -56 | 15 | 68 | 17 |
Investeringslasten | 449 | 46 | 90 | 21 |
Samenwerkingsverbanden | -177 | -192 | -210 | -228 |
Overig | -177 | -192 | -210 | -228 |
Autonome aanpassingen | 2.043 | 3.955 | 4.910 | 1.438 |
Voor de effecten van indexering en salarissen gebruiken we de rijkscompensatieen de reservering in de perspectiefnota
Jaarlijks houdt het Rijk rekening met een loon- en prijscomponent bij de bepaling van de Algemene uitkering. Hiermee dekken we uiteindelijk de kosten van indexering en loonstijgingen. Het overige deel komt vanuit de begrotingsruimte. Vanwege de onvoorspelbare hoge inflatie hadden we ook zelf bedragen gereserveerd in de perspectiefnota voor gestegen energie-en materiaalkosten (€ 1,2 mln). We verwachtten toen dat het Rijk € 1,1 mln zou compenseren (zie Perspectiefnota 2023-2026 blz.7 en hieronder bij ruimte Algemene uitkering).
We verwachten vanuit de Meicirculaire een stijgende Algemene uitkering
Voor nu geeft de Algemene uitkering extra begrotingsruimte van € 5,8 mln wat we inzetten voor de compensatie van de loon- en prijsstijging (€ 1,1 mln) en beleidsvoorstellen die we uw raad in december 2022 doen (Actieve informatievoorziening juli 2022).
Met de kennis die we nu hebben, denken we dat de plattelandsgemeenten, zoals Bronckhorst, vanaf 2026 gaan inleveren. Hoeveel weten we niet exact. We nemen de effecten van circulaires pas mee in planningsdocumenten, wanneer de effecten door het Rijk ook financieel vertaald zijn. Tot die tijd nemen we dit mee als een risico.
De vervangingsinvesteringen vragen meer voorbereidingstijd
In deze programmabegroting ziet u ook dat de latere start van vervangingsinvesteringen uit 2021 en 2022 tot een andere 'last' leiden, deels als gevolg van gebrek aan (levering van) materiaal en menskracht. De actualisatie volgt de uitkomsten van de Jaarstukken 2021 (Perspectiefnota 2023-2026 blz.7)
We schuiven de horizon voor de Investeringsagenda op met een jaar
Voor de Investeringsagenda zijn de voorstellen uitgewerkt, het merendeel van het kredietbedrag heeft een concrete bestemming. Besluitvorming met een eerdere of latere besteding zal ertoe leiden dan het geraamde voordeel na 2023 anders zal worden.
Vervangingsinvesteringen
Voor de begroting maken de lasten van het investeringsplan 2023-2025 deel uit van de geautoriseerde budgetten per programma. De investeringen van de Investeringagenda hebben niet die directe goedkeuring voor uitvoering. Voor ieder voorstel van de Investeringsagenda ontvangt u van ons een afzonderlijk raadsvoorstel waarin de uitwerking van die opgave staat en de totale financiering daarvan. In de programmabegroting en in de jaarstukken maken we in de financiële begroting wel duidelijk hoe de Investeringsagenda zich ontwikkelt.
We noemen de vervangingsinvesteringen en de geraamde projecten gedetailleerd bij de programma’s (2.1) en Algemene dekkingsmiddelen en overhead (3.1.2) bij het onderdeel “Wat mag het kosten”.
De investeringen zijn als volgt over de programma's verdeeld:
Geplande investeringen (exclusief Investeringsagenda)
Programmanaam | Investering | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Zorg en ondersteuning | - | - | - | - |
Wonen en leefomgeving | 27.044 | 116 | 597 | 743 |
Bedrijvigheid en ontwikkeling | 185 | 1 | 13 | 18 |
Bestuur | - | - | - | - |
Middelen en overhead | 250 | - | - | 5 |
Totaal kapitaallasten investeringen | 27.479 | 116 | 611 | 766 |
Reserves
De Algemene reserve zetten we in voor investeringen die bijdragen aan onze doelen. We zetten € 23,8 mln hiervan in voor de Investeringsagenda. Voor de inhoudelijke toelichting op de omvang van de Algemene reserve verwijzen we naar de toelichting op de balanspositie (3.3.2). De projecten met een bijdrage uit de Algemene reserve voldoen aan de bestedingscriteria volgens de nota Reserves en voorzieningen Bronckhorst.
Hieronder leest u hoeveel kosten we dekken met een bijdrage vanuit de Algemene reserve of bestemmingsreserves en hoe ze over de programma's zijn verdeeld:
Geplande projecten
Programmanaam | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Zorg en ondersteuning | - | - | - | - |
Wonen en leefomgeving | - | - | - | - |
Bedrijvigheid en ontwikkeling | - | - | - | - |
Bestuur | - | - | - | - |
Middelen en overhead | 822 | 1.035 | 974 | 585 |
Totaal projecten | 822 | 1.035 | 974 | 585 |
De reserves gebruiken we voor de Investeringsagenda (verdeeld over de verschillende programma's) en de huisvestingskosten (middelen en overhead). Voor de dekking van de kapitaallasten van de Investeringsagenda gebruiken we de gelijknamige bestemmingsreserve. De ontwikkelingen binnen de Investeringsagenda vindt u verderop in dit hoofdstuk bij 'De Investeringsagenda'. De Algemene reserve loopt uiteindelijk af naar de solvabiliteitsgrens van 30% van het totale vermogen. In het programmaplan van december 2022 herijken we mogelijkheden voor de Investeringsagenda.